woensdag 28 februari 2018

Beren

Het gaat niet zonder slag of stoot.
De draad oppakken.
Mijn leven werd jarenlang geleid. Ik hoefde geen keuzes te maken, ik moest slechts zorgen voor.
Nu zwem ik in een grote vijver en weet ik niet welke vis te pakken.
Ik voel de tijd weg tikken, volgend jaar word ik veertig. Als ik nog een baan wil, moet ik snel zijn. Maar wie wil mij nog hebben met dat gat op mijn cv? En wat kán ik nu eigenlijk?
Alleen maar beren op de weg in plaats van focus.
Soms zit ik huilend achter mijn computerscherm. Ik wil, nee ik móet schrijven, maar er komt niets uit mijn handen. Ik wacht en er komt niets. Alleen paniek in mijn hoofd, omdat er zo veel richtingen mogelijk zijn.
Misschien ben ik zelf wel de grootste beer. En moet ik gewoon een eerste stap durven zetten. In welke richting dan ook.

maandag 19 februari 2018

18 februari

We liepen in het herdenkingspark. Je deed hink-stap-sprong, rende voor me uit. Alsof we een normale zondagmiddagwandeling deden.
Daar was het juiste veldje. We praatten over een schoolvriendje dat nu een Wensdag had. Je zei gekscherend dat jij er ook wel een had verdiend, met niet één maar twee dode broers, en ook nog een dode kat. We moesten lachen en zetten wat knuffels, bloemen, windmolentjes en engeltjes recht.
We komen hier al zo lang je je het kunt herinneren, altijd in februari.
Je telde alle bordjes, van verschillende ziekenhuizen. Het waren er acht. ‘Worden er zo veel dode baby’s geboren?’ vroeg je.
Ik knikte en vertelde dat we hier moesten zijn, bij het bordje van het OLVG. Je ging door je knieën en speurde vlak boven het mossige gras naar stukjes as. Ik zei: ‘Gatver Bent, straks neem je een stukje van een ander mee naar huis.’ Je keek ondeugend naar me op.
‘Weet je nog, mama, dat ik de vorige keer een tekening bij me had maar dat ik die niet wilde achterlaten omdat ik bang was dat hij zou worden natgeregend?’ We lachten nog een keer.
Die vorige keer waren we hier met z’n drieën. Je jongere broer deed met zijn bananenvoeten hink-stap-sprong. En hij vond het niet erg dat zijn tekening voor zijn oudste broer verregend zou worden, dus liet hij hem achter op het veldje. Niets meer van over.
We liepen terug naar de auto. En op weg naar huis was ik heel erg gelukkig met jou, mijn grote zoon, die iedere storm overleeft.

zaterdag 17 februari 2018

Droom

Vannacht droomde ik over Art. Hij lag in mijn bed van vroeger, op mijn kamertje in mijn ouderlijk huis.
Art was heel erg ziek en hij zag er vreselijk uit.
Hij zei: ‘Niet huilen, mama.’ Onze voorhoofden raakten elkaar.

Toen ik wakker werd, moest ik wél huilen. We missen je enorm, Art.