donderdag 4 december 2014

De uitslag

‘Mama,’ zegt Art, ‘als de dokter belt ga ik heel veel lawaai maken.’ In zijn hand houdt hij demonstratief een speelgoedhamer. Op het moment dat mijn telefoon overgaat, voegt Art daad bij het woord. Hij slaat zo hard op tafel dat ik naar zolder moet vluchten om het gesprek te kunnen volgen.
Het voorzichtige goede nieuws is dat de bestraalde tumoren in de rug wederom kleiner of zelfs verdwenen zijn.
Er is ook slecht nieuws. In zijn hoofd, vlak bij de hersenstam, is een nieuw plekje ontdekt. Buiten het gebied waar het oorspronkelijk zat. Er moet worden bekeken waar ooit is bestraald. Gegevens uit München worden opgevraagd, en de radiotherapeut moet berekeningen maken. Ligt het plekje buiten dat eerder bestraalde gebied, dan zal het binnenkort aan de beurt zijn. Art heeft nu geen last, dus er is niet zo’n haast bij als afgelopen zomer.
Als ik klaar ben met telefoneren komt Art bij me. Hij wil toch weten wat de dokter heeft gezegd. Ik leg het hem uit. ‘Is dat de dag na deze dag?’ vraagt hij, als hij hoort dat hij binnenkort weer een aantal keer naar de slaapdokter zal moeten. Nee Art, morgen nog niet, ga jij maar lekker Sinterklaas vieren.